walnoten

De Boom

Walnoten komen voor als zaailingen en geënte bomen. Walnoten zijn niet “zaai-vast” wat betekent dat niet te voorspellen is hoeveel en wat voor noten de boom gaat geven. Daarom wordt voor productie geënte bomen toegepast. Walnoten worden geënt op zaailingen van de walnoot (juglans regia) of de Amerikaans noot (juglans nigra). Enten is niet eenvoudig, het duurt tot 10 jaar voordat een boom walnoten geeft. Onze eerste boom (de onbekende geënte boom gekocht bij "het Oosten" in Aalsmeer en in 2002 verpoot naar les Martys is nog steeds de boom met de grootste productie.

De gebruikelijke volgorde van bloeien bij walnoten is dat mannelijke katjes rijp zijn voordat de vrouwelijke bloemen aan dezelfde boom of zelfde soort bestoven kunnen worden. Dit wordt Potandry genoemd, de boom is dan Protandrous.

Als het omgekeerde het geval is, dat vrouwelijke bloemen bestoven kunnen worden en de mannelijke bloemen bloeien nog niet, heet dat protogyny. Als er een (korte) overlap in bloei is dan heet de boom auto fertiel oftewel zelf bestuivend te zijn. Vaak wordt dan geen optimale bevruchting verkregen en kruisbestuiving de voorkeur heeft.

Het gebruik van walnoten

Voor gebruik moeten walnoten gedroogd worden. Direct na de oogst bevatten de noten nog veel vocht, als ze compact bewaard worden in bijvoorbeeld kisten of kratten kunnen er schimmels ontstaan waardoor de noten verloren gaan.

Oplossing is deze op droge dagen buiten te leggen op een zijl en ‘s nachts binnen halen. Alternatief is een schuur of zolder om de noten te drogen.

Bij noten is er een verschil tussen goede en stevige doppen en minder goede doppen. De stevigheid van de dop is een kwaliteitsaspect. Slechte doppen kunnen bij opslag opengaan en ongedierte aantrekken of schimmel veroorzaken.

Noten kunnen gedroogd worden gegeten, tot pasta worden gewerkt (zoals pindakaas) en worden gebruikt voor het persen van olie. Hiervoor moeten de noten gepeld worden voor optimaal resultaat. De olie is niet geschikt om sterk te verhitten als frituurolie maar is te gebruiken voor salades. De droge stof die na het persen achterblijft kan gebruikt worden als toevoeging van meel/bloem voor het bakken van brood. Ruwweg geldt dat van 10 kg noten in dop je 5 kg gepelde noten overhoud wat ruim 2 liter olie oplevert.

Op bovenstaande foto de pers die wij gebruiken. Links de gepelde walnoten, In het midden de restanten in vaste vorm en rechts de opvang van de olie.

De Soorten

In onze tuin hebben we de volgende soorten, van de meeste soorten meer dan 1 boom:

Franquette
Zone: 5 tot 8, 700 tot 1000 uur koude <7.5 oC noodzakelijk.
Gesloten noot met een dunne dop, breekt makkelijk.
Rijp: tweede helft oktober en later.
Gewicht: 82 noten per kg.
Herkomst: vallei van de Isère, Périgord. Gevonden door de hr. Franquette in 1784. Niet zelf-bestuivend en protandry, laat bloeiend en daardoor geschikt voor kouder klimaat.
Wordt bestoven door de Ronde de Montignac,en de Meylannaise en bestuift Chantler.
Een uitstekende en grote dessert noot, populair in Frankrijk en wordt vaak als referentie genoemd bij andere rassen.

Ronde de Montignac
Gewicht: 150 noten per kg, kleine noten dus.
Zelf-bestuivend en protandry, laat bloeiend en goede bestuiver voor veel notenbomen waaronder de Franquette, Lara en Fernor. Herkomst: Het stadje Montagnac in de Dordogne, wordt de boom hoofdzakelijk gebruikt als bestuiver voor de andere walnoten door zijn vroege en overdadige bloei.

Fernor®
Niet zelf-bestuivend en protandry, midden-laat bloeiend herkomst: variant is ontstaan uit een kruising tussen de Franquette en de Lara®

Meylannaise
Variëteit afkomstig uit het gebied van Meylan, in de buurt van Grenoble. Iets protogynous, presenteert een zeer late bloei mannelijke, waardoor enigszins zelf bestuivend en ook een bestuiver van andere variëteiten zoals Franquette.

Mayette
Komt oorspronkelijk uit ide Isère in de 19e eeuw en wordt veel geteeld in Italië/Sicilië
Een van de weinige bomen die protogynous is. Groot fruit, tamelijk lang, afgeplat aan de basis, verzwakte bovenaan met een semi-harde shell. Zeer krachtige boom, Late vegetatie, zeer productief. De meest gewilde noot voor het dessert.

Lara
Niet zelf-bestuivend en protandry. Bloeit 5-10 dagen voor de Franquette en wordt ook door deze boom bestoven.
Matig krachtige groeier, loopt uit in de tweede helft van april, vrij vroege bloei, zet snel fruit, een hoge productiviteit, laterale vruchtzetting. Ronde noten van zeer groot kaliber, dunne schelp, blond kernel die kan worden gegeten zonder te worden geschild (niet bitter). Tamelijk vatbaar voor anthracnose, matig gevoelig voor bacteriële bacterievuur, wordt bestoven door de Franquette, Fernette en de Ronde Montignac.

Parisiene
Gewicht: 81 noten per kg.
Niet zelf-bestuivend en protandry, laat bloeiend Herkomst: De regio van Vinay in Isère, wordt het hoofdzakelijk geteeld op de linkeroever van de Isère aan de voet van de Vercors.

Corne de Perigord
Knopzetting terminal, geen overlap tussen de mannelijke en vrouwelijke bloemen dus niet zelf bestuivend. Wordt bestoven door de Ronde de Montignac en de Meylannaise. Geeft relatief laat fruit. Heeft de neiging om vroegtijdig wat blad te verliezen. Mooie grote noten

Marbot
Afkomst. — Verkregen door M. Marbot, te Meyssac (Corrèze), omstreeks 1850; St. Privat, Ménac, Beaulieu en Brive (Corrèze), en in de Lot zijn de culturele centra.
Fruit. — Grote, zachte schaal, fijne groeven op het oppervlak, met grove en diepe groeven aan weerszijden van de hechtdraad die is vrij prominent, stamperpunt bijna nihil of weinig geaccentueerd, staartholte nihil op een
vlak en breed oppervlak. Amandel..— Met een okerkleurige schil, goed vullende schelp.

Chandler
Tekst uit een publicatie van de universiteit van Davis, California.
CHANDLER (64-1 72) ( 0 ) is from a cross made by Serr and Forde in 1963 between Pedro and 56-224. Chandler was patentedand released by the University of California in 1979. Chandler is highly fruitful on lateralsand quite vigorous, thus it needs pruning, particularly to avoid shoots with a narrow crotch angle. Growth starts midseason, about the same time as Hartley. The nuts are oval, smooth, with some weakness in the
shell so they may not be suitable for the in-shell market. However, Forde suggests that the shell may firm up as the trees get older and put less energy into wood. Nut seal is good and the kernel is particularly lightcolored, almost pearly. The nuts easily crack out in halves and some say that it stores better than other cultivars. Occasionally one finds some shrivel on the lobes of the kernel but this has not been an economically
important flaw. Chandler yields well if pollenizers are present. It is now the most frequently planted walnut cultivar and Forde regards it as the most important cultivar coming from their breeding program.
========================
Onbekend geënt
Zaailing gevonden in de Hameau Montbonous
Zaailing uit onze eerdere tuin in Aalsmeer

Scroll to top